Op een dag zei moeder geit tegen haar zeven kinderen:"Ik moet naar de stad en jullie moeten thuis blijven. Denk erom, jullie mogen niemand binnen laten! Stel, dat de Boze wolf langs komt....."
En ze vertrok.
De zeven geitjes gingen aan de grote tafel zitten en deden spelletjes en hadden veel lol met elkaar.
Moeder was er natuurlijk niet en ze konden net zoveel herrie maken als ze wilden!
Maar opeens werd er op de deur geklopt. Zou moeder nu al terug zijn?
"Wie is daar?" vroegen de geitjes.
"Ik ben het," zei de wolf," jullie moeder."
"Nee hoor," zeiden de geitjes," je bent onze moeder niet. Je stem is veel te hard. Je bent de wolf. We doen niet open."
En de wolf vertrok.
Hij kocht een grote pot honing en smeerde dat in zijn keel. Nu klonk zijn stem veel zachter.
Weer klopte hij aan bij de zeven geitjes.
"Wie is daar?" vroegen ze.
"Ik ben het, je moeder," zei de wolf met een zachte stem.
Maar één van de geitjes zag een stukje van zijn poot.
"Nee," zeiden ze," Je bent onze moeder niet. Onze moeder heeft witte poten. Jij bent de wolf. We doen niet open. Ga weg, want wij doen spelletjes!"
En weer vertrok de wolf. Maar zo snel gaf hij zijn plannetje niet op, dus hij ging naar de bakkerij en stak zijn beide voorpoten in een bak meel. Nu had hij witte poten en een zachte stem. Nu zouden ze hem vast wel binnen laten.
Weer klopte hij aan bij de geitjes.
"Wie is daar?" vroegen de geitjes.
"Ik ben het, je moeder," zei de wolf met een zachte stem.
Eén van de geitjes zag een stukje van een witte poot.
"De stem is zacht," zeiden de geitjes tegen elkaar," en de poot is wit.
Dit moet onze moeder zijn."
Ze deden de deur open en schrokken vreselijk. De wolf rende naar binnen en  at het ene na het andere geitje in één hap op. Verstoppen hielp niet, want overal vond hij ze.....onder het bed.....onder de tafel.....achter de deur......
Een paar uur later kwam moeder geit thuis en ze zag dat alle geitjes weg waren. Ze barstte in snikken uit. "Al mijn kinderen opgegeten!" jammerde ze.
Toen hoorde ze een klein stemmetje zeggen:"Ja maar ik niet."
Dat was het jongste geitje. Het had zich verstopt in de grote klok en kon precies vertellen wat er was gebeurd.
Samen gingen ze op zoek naar de wolf. Ze vonden hem bij de rivier. Hij was in diepe slaap en lag luid te snurken.
 

Hij had een enorme dikke buik! Voorzichtig sneed moeder geit zijn buik open. De zes kleine geitjes sprongen er opgelucht uit.
Toen vulden ze met zijn allen de buik van de wolf met zware stenen. En gingenachter de bomen staan kijken, wat er zou gebeuren.
Niet lang daarna werd de wolf wakker. Hij snapte niet waarom hij zo'n pijn in zijn buik had. Hij besloot maar wat water te  drinken uit de rivier en  stond op, maar viel meteen voorover, de rivier in. Door de zware stenen zonk hij meteen naar de bodem van de rivier en kon natuurlijk nooit meer naar boven komen.
En de zeven geitjes leefden nog lang en gelukkig.